Milano
Alain, die zelf opgroeide in een instelling, voedt zijn dove zoon Milano alleen op in een sociale woonwijk. Hij wil hem een beter leven bieden dan hijzelf heeft gehad, maar zijn pogingen falen vaak. Milano communiceert via Vlaamse gebarentaal en verkiest stilte boven spreken, een bewuste keuze vanuit zijn onvermogen iets in zijn leven te controleren. De spanningen lopen op wanneer Milano zijn biologische moeder wil ontmoeten, wat de relatie met zijn vader flink onder druk zet.